Artikel

De Bodemkundige Dienst van België heeft vier praktijkpercelen opgevolgd waar landbouwers op verschillende manieren extra organische (kool)stof aan de bodem toevoegden. Het gaat om stalmest, bokashi en houtsnippers. De verschillende behandelingen werden vergeleken met een referentiestrook (standaardpraktijk), aan de hand van bodemanalyses en gewasparameters. Tijdens een veldbezoek op 4 december werden de eerste inzichten en resultaten voorgesteld.

Innovatieve technieken voor de opbouw van organische stof

Kunnen we met houtsnippers uit agrarisch natuurbeheer kringlopen sluiten en onze organische-stofgehaltes opkrikken?
De Bodemkundige Dienst van België is al enkele jaren ervaring aan het opbouwen rond het gebruik van houtsnippers, samen met o.a. Eco². Mia Tits (BDB vzw) toonde aan dat houtsnippers in het tweede jaar na toediening op een aantal praktijkpercelen duidelijk een gunstige impact hadden op de infiltratiecapactieit van de bodem. Haar onderzoek in het kader van Soilcare kreeg wel te maken met een tegenvallende gewasopkomst van wintertarwe kort na de toediening van houtsnippers. Dit effect schuilt vooral in de fysieke belemmering voor de zaden. Het is dus aan te raden om de houtsnippers voldoende lang voor de zaai toe te dienen. Mia wees ook nog op de grote verschillen in C/N verhouding tussen houtstalen van verschillende soorten en/of ouderdom. De C/N-verhouding bepaalt de potentiële stikstofimmobilisiate door de snippers, die een een terugslag kan geven op het gewas.

Hoe lang blijven de houtsnippers aanwezig, en wat is het effect?
Er werd een bezoek gebracht aan twee praktijkpercelen, waar in het voorjaar van 2018 houtsnippers waren ingewerkt. Op het perceel in Tielt-Winge betrof het bedrijfseigen snippers van acaciahout, afgedaan in december 2017 en grof verhakseld in april 2018. Bij toediening werden de snippers oppervlakkig ingewerkt. Deze snippers werden na afloop van het teeltseizoen niet meer teruggevonden in het veld. Dit is verrassend, omdat het echt grove stukken waren. Dit perceel heeft op 30 juni 2018 nog volledig blank gestaan door een ernstige regenval. Ondanks de droge zomer die daarop volgde, stond de maïsteelt op dit perceel heel mooi, en blijkbaar is het bodemleven ook goed aan de slag kunnen gaan voor de vertering van de houtsnippers.
 
Op perceel ‘Molenstede’ waren de houtsnippers extern aangeleverd. Hiervoor was een grondstoffenverklaring van OVAM vereist, omdat het wettelijk niet toegestaan is om houtsnippers die niet bedrijfseigen zijn, toe te dienen, tenzij in het kader van onderzoek. Resten van deze houtsnippers werden in de bodem teruggevonden tijdens het veldbezoek.  
 
houtsnippers_eigen_extern04122018.JPG
Foto links: bedrijfseigen grove acaciahoutsnippers werden na het teeltseizoen niet meer teruggevonden.
Foto rechts: de houtsnippers links van de rode lijn werden extern aangeleverd. Daar zijn wel resten van teruggevonden in de bodem.
 
Uit de praktijkevaluatie werd alleen op het perceel in Molenstede een N-immobilisatie vastgesteld. Bij meting van de N-index in juni was er in de strook met houtsnippers een N-voorraad van 52 kg N/ha, tegenover 310 kg N/ha in de strook zonder houtsnippers. Het gewas zelf heeft hier niet onder geleden. Er was geen verschil in opkomst en geen visueel verschil in gewasstand tussen de strook met en zonder houtsnippers. De maïs op dit perceel heeft erg te lijden gehad onder de droogte. Maar verrassend genoeg heeft de korrelmaïs in de strook met houtsnippers dubbel zoveel kolfopbrengst (ca. 4 ton) voortgebracht als in de strook zonder houtsnippers (ca. 2 ton). Hoewel we voorzichtig moeten zijn om harde conclusies te trekken, lijkt het er toch op dat de houtsnippers in de droge zomer van 2018, waar water de limiterende factor was, iets meer vocht bij de plant kon houden. In het najaar was de N-immobilisatie wel zichtbaar aan de mindere en gelere stand van de grasgroenbedekker in de strook met houtsnippers (foto, tussen de rode lijnen de strook met houtsnippers).  
 
houtsnippers_strook04122018.JPG
Foto: tussen de rode lijnen ligt de strook met houtsnippers. In het najaar was de N-immobilisatie zichtbaar aan de mindere en gelere stand van de grasgroenbedekker in deze strook.

Organische stof fermenteren voor een beter behoud van nutriënten
Een tweede innovatie die werd uitgetest was de toepassing van ‘bokashi’ van stalmest. De opzet is als volgt: stalmest wordt gefermenteerd door het materiaal luchtdicht op te slaan na het ondermengen van effectieve micro-organismen. De bedoeling van deze conserveringstechniek is dat de energie in het product behouden blijft en dat het eindproduct, de bokashi, een hogere voedingswaarde heeft dan niet-gefermenteerde organische stoffen.
 
Met deze praktijkproef wilden we een vergelijking maken tussen wel en niet-gefermenteerde stalmest. Hierbij werden we ondersteund door de firma Agriton. Desondanks was het een moeilijke praktische oefening om dit vanaf de eerste keer tot een goed einde te brengen. Ook was er de uitdaging om uit de heterogene massa (wat eigen is aan stalmest) betrouwbare resultaten te krijgen in het kader van een demonstratieve praktijkproef. Op basis van de resultaten kunnen we geen eenduidige conclusies trekken. Op het vlak van opkomst en opbrengst waren de verschillen tussen bokashi en de andere stroken beperkt. Waar er wel een verschil was, is dit waarschijnlijk eerder toe te schrijven aan een gradiënt in het veld, dan aan de behandeling met bokashi zelf. Een meer wetenschappelijkere benadering dringt zich op om eerlijke conclusies te kunnen trekken over dit product.

Wat onthouden we?
De aanbreng van organische stof is het hoogst in de stroken met houtsnippers. Er is al gesimuleerd hoeveel organische stof er na verloop van tijd wordt vastgelegd, maar het is wachten op resultaten van wetenschappelijke proeven over een langere termijn om de resultaten te bevestigen. De houtsnippers spelen een rol in de waterhuishouding en N-immobilisatie.
Uit de proeven die werden toegelicht bleek dat deze adoptie ook de nodige aanpassingen en inspanningen vraagt. Niets werkt altijd, er is geen wondermiddel. We zijn afhankelijk van de weersomstandigheden en dat hebben we natuurlijk niet in de hand.

Laat horen hoe land- en tuinbouwers werken aan bodemkwaliteit
Het veldbezoek werd ingeleid door gedeputeerde Monique Swinnen. Zij wees op het belang van de vertaling van wetenschappelijke kennis naar de praktijk. Dit is een taak die de partners van Interreg Leve(n)de Bodem zeker op zich nemen. In tijden waarin perceptie enorm belangrijk is, gaf de gedeputeerde ook aan hoe belangrijk het is dat we blijven communiceren over de inspanningen die we doen en de vorderingen die we maken. Daarbij ervaren we als sector de nood om hierin ondersteund en geholpen te worden door de samenleving.
 
 
Meer info
 
Gekoppelde thema's & sectoren: