Artikel

Rusthoeve organiseerde afgelopen zomer een openveldevent. Bodemverbeterende materialen was het centrale thema. Veldproeven op lichte en zware zavelgrond, met organische en vaste meststoffen stonden in de kijker. Een grote groep geïnteresseerden luisterde naar de opbrengstresultaten en verschillen en in bodemkenmerken.

Bodemverbeterende materialen

Bij de start van Leve(n)de Bodem in 2017 werd op Rusthoeve een perceel met lichtere zavelgrond (11% lutum) ingericht met verschillende organische meststoffen en andere bodemverbeterende materialen, die elk in een strook dwars op de teeltrichting zijn toegediend. In 2018 is een tweede perceel met zware zavel (21% lutum) eveneens met een aantal bodemverbeterende materialen ingericht. Vaste meststoffen zoals compost, champost of geitenmest werden in het najaar met een stalmeststrooier toegediend. De drijfmest werd in het voorjaar toegepast, enkele dagen voor de aardappelteelt. In Nederland is het nog geen algemeen gebruik om, vooraf aan de aardappelteelt, over de ploegsnede op kleigrond in het voorjaar drijfmest uit te rijden.

Opbrengst
In beide jaren was de opbrengst van de drijfmestobjecten het hoogst. De opbrengsten zijn indicatief, omdat de opbrengstbepaling in stroken plaatsvond. Wel is er in 2017 4 en in 2018 3 x 12 m2 per object gerooid. In 2017 zijn er drie opbrengstniveaus: het 0-object, de drijfmestobjecten en de overige. Het groeiseizoen 2018 was extreem droog en er is vanwege het ontbreken van voldoende zoet water niet beregend. Dit is de oorzaak van de relatief lage opbrengsten uit 2018. Bovendien is de opbrengst wisselender dan in 2017. Aangezien drijfmest ook een grotere hoeveelheid vocht aanbrengt kan dit mee de verklaring zijn voor de betere resultaten van de drijfmestobjecten in 2018. Bovendien is drijfmest meer een mineralenbron voor de korte termijn (de objecten werden niet gelijk gesteld voor wat betreft de toegediende dosis werkzame N), terwijl van de vaste organische meststoffen bekend is dat deze meer invloed geven op de langere termijn.

Bodemkenmerken
Van alle objecten werden grondmonsters genomen van de bouwvoor om de HWC (Hot Water Carbon) te bepalen. Deze parameter, de hoeveelheid makkelijke extraheerbare koolstofverbindingen, geeft een beeld van o.a. de biologische activiteit in de bodem. In 2018 is de HWC medio mei bepaald. Dat is wel vrij snel na de drijfmestaanwending. Er staat nog geen gewas, zodat wortelexudaten niet de HWC analyse verstoren. De hogere HWC bij de vaste organische mest is toe te schrijven aan de toegediende meststof. De relatief lage waarde van de 10 ton geitenstalmest is niet te verklaren.
Uiteindelijk moet een biologisch actievere bodem een betere of de beste opbrengst gaan geven. Het rendement op de langere termijn vraagt echter meer jaren dan de 3 jaar van dit project.
Opbrengsten_rusthoeve_openveldevent.PNG
 
 
HWC_rusthoeve_openveldevent.PNG




 
 

Gekoppelde thema's & sectoren: