Artikel

Stefan Muijtjens is al jarenlang actief als bodemadviseur. Hij stelde een lijst op met 20 goede praktijken. Het is aan elk landbouwbedrijf om te kijken wat er haalbaar is binnen de eigen bedrijfsvoering en welke punten er voor jou interessant zijn om te boeren met meer ‘bodemverstand’. Afhankelijk van jouw type  bedrijf zijn de maatregelen eenvoudig of iets moeilijker toe te passen.

20 tips om te boeren met meer bodemverstand
  1. Vruchtwisseling is haalbaar en passend gemaakt voor mijn perceel. Percelen belasten met teelten waarvan je vooraf al weet dat de kans groot is dat het mis gaat, heeft jarenlang negatieve effecten.
  2. Compost of stalmest gebruik ik gemiddeld minimaal 10 ton per jaar per ha. Maak je organische stof balans op orde en doseer regelmatig, bij voorkeur in de herfst.
  3. Bekalken doe ik op maat, niet te weinig maar zeker niet te veel én regelmatig. Correct bekalken verbetert onder andere de Calcium-opname en hierbij geldt zeker: “Doen wat moet en laten wat niet nodig is!”.
  4. Een bodem die te nat is, bewerk ik niet. Dit vraagt om discipline zeker in het vroege voorjaar en late najaar.
  5. De drainage onderhoud ik regelmatig. Goed onderhoud voorkomt directe en indirecte schade aan het bodemleven.
  6. Mijn land leg ik bol of vlak. Daarmee voorkom je dat je al gaat werken terwijl er nog hoeken zijn die niet bekwaam zijn.
  7. Na de oogst bewerk ik de grond oppervlakkig 5-8 cm. Voor je akkerhygiëne is dit een zeer belangrijke maatregel.
  8. Verdichte lagen hef ik zo snel mogelijk op met een woeler en ik zorg voor snelle beworteling tot op losgemaakte diepte. Dit is om anaerobe omstandigheden te voorkomen en het bodemleven efficiënt en maximaal te laten ontwikkelen.
  9. De bodem maak ik nooit fijner dan noodzakelijk. Veel bodems worden te fijn gemaakt omdat de zaaitechniek niet adequaat is of ter compensatie van een slechte vochthuishouding. Het grote nadeel van te fijne bodem is (interne) verslemping wat schadelijk is voor het bodemleven en voor gezonde plantengroei.
  10. In de bodem streef ik naar kleine en grote kluiten. Heterogene 3D-fractie verdeling vermindert de insporing.
  11. Na de diepste grondbewerking gebruik ik minder dan 1 bar in mijn banden. Dit om verdichting te voorkomen en de micro-poriën maximaal te behouden.
  12. Bij de oogst gebruik ik maximaal 1,25 bar in de banden. Dit om ondergrond verdichting te voorkomen.
  13. Groenbemesters teel ik in een mengsel van soorten. Met het telen van een mengsel verhoog je de bodembiodiversiteit en de input door de groenbedekking.
  14. De gelaagdheid van de bodem respecteer ik. Het bodemleven is dan beter in staat zich correct te ontwikkelen.
  15. Organisch materiaal hou ik aan de oppervlakte. In de bovenste 5 cm kan het Organisch materiaal het meest efficiënt gebruikt worden.
  16. Ploegen doe ik niet meer. Om punten 10 tot en met 15 maximaal te laten renderen.
  17. Bij bewerkingen dieper dan 15 cm: gebruik geen ganzenvoeten. Dichtsmeren van micro-poriën gebeurt door de combinatie van vocht en druk. Bodemtechnisch is er geen voordeel aan het gebruik van ganzenvoeten in de ondergrond.
  18. Om slip te voorkomen gebruik ik bij trekwerk 9 kg frontgewicht per pk. Controleer of je trekker tijdens het werken niet slipt, naast inefficiënt trekker gebruik is het ook slecht voor het in stand houden van je micro-poriën.
  19. Meststoffen beoordeel ik ook op schadelijkheid voor het bodemleven. Kijk bij de aankoop van meststoffen naast de prijs en andere kwaliteiten ook naar het verwachte effect op het bodemleven. Met name ingebouwde nitrificatieremmers kunnen erg schadelijk zijn.
  20. Gebruik van nematicide en insecticide in de bodem vermijd ik. Het spreekt voor zich dat de producten die bedoeld zijn om bodemleven te doden schadelijk zijn voor dat bodemleven. Ook hier geldt zeker “doen wat moet en laten wat niet nodig is!”
 
Stefan Muijtjens is kennispendelaar binnen het Leve(n)de Bodem-project. Hij begeleidt ondernemersgroepen in Noord-Brabant. In 2019 komen de drie regionale ondernemersgroepen nog elk afzonderlijk bijeen. Tegen het einde van het voorjaar of begin van de zomer komt er nog een centrale bijeenkomst, letterlijk in het veld, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de praktijk van de deelnemers.

Meer info
Stefan Muijtjens - stefan@landbouwadviseur.be
Wico Dieleman - wico.dieleman@zlto.nl

Gekoppelde thema's & sectoren: