Artikel

In Vlaams-Brabant werken drie lokale partners met jarenlange expertise rond bodem en teelttechniek mee aan het Interreg-project Leve(n)de Bodem. Het Koninklijk Belgisch Instituut ter Verbetering van de Bietenteelt (KBIVB vzw) legde een demonstratieve veldproef aan om de invloed van bodembewerking en machinekarakteristieken op verdichting te onderzoeken. De Bodemkundige Dienst van België (BDB vzw) volgt vier proefpercelen op waar landbouwers op verschillende manieren extra organische (kool)stof aan de bodem toevoegden. En de Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW vzw) heeft ondertussen meer dan 30 percelen bij meer dan 20 landbouwers opgevolgd aan de hand van de BodemIDee.

Werken aan een levende bodem is expertise bundelen

Het Koninklijk Belgisch Instituut ter Verbetering van de Bietenteelt (KBIVB vzw) is sinds 1932 actief in het onderzoek rond bietenteelt en de voorlichting voor bietenplanters. De Bodemkundige Dienst van België (BDB vzw) staat sinds 1945 de land- en tuinbouwers bij met wetenschappelijk gefundeerde adviezen op basis van bodemanalyses en proefveldonderzoek. En de Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW vzw) werd in 1973 opgericht en is een erkende onderzoeksinstelling voor de witloofteelt.

KBIVB vzw legde een demonstratieve veldproef aan op Hof ter Vaeren in Huldenberg, om de invloed van bodembewerking en machinekarakteristieken op verdichting te onderzoeken. Op de objecten met winterploegen, niet-kerende bodembewerking en strip-till werden bij de toediening van drijfmest volgende machines gebruikt: een zelfrijder met hoge wiellast, een trekker met aalton bij hoge bandendruk en een trekker met aalton bij lage bandendruk. Er was een zeer duidelijke invloed op de diepte van de insporing: de lage bandendruk (links op de foto) gaf tot 35% minder diepe wielsporen dan de hoge bandendruk (rechts op de foto). Wat de effecten zijn op de opbrengst en de kwaliteit van de suikerbieten, komen we in het najaar te weten. Wil je een bezoek brengen aan dit proefveld, houd dan de agenda van Leve(n)de Bodem in de gaten.
Hogelage_bandendruk.jpg
Foto: Rechts is er een diepe insporing door hoge bandendruk, links is de insporing minder diep dankzij lage bandendruk.
 
De Bodemkundige Dienst van België (BDB vzw) volgt voor Leve(n)de Bodem vier proefpercelen op waar door de landbouwers op verschillende manieren extra organische (kool)stof aan de bodem werd toegevoegd. Het gaat om stalmest, bokashi en houtsnippers. De effecten van de verschillende behandelingen worden vergeleken aan de hand van analyses, zoals de standaardbodemanalyse, de N-index-bepaling, de verdeling van het organische (kool)stofgehalte, de tussentijdse N-reserve en het N-residu per object. Daarnaast worden ook de opkomst van het gewas per object en de opbrengst en gewaskwaliteit bepaald.

Tenslotte worden door kennispendelaar Jasper Somers van de Nationale Proeftuin voor Witloof (NPW vzw) ondertussen meer dan 30 percelen bij meer dan 20 landbouwers opgevolgd met de BodemIDee. Op deze percelen wordt de theezakjesmethode toegepast. Bij de wintergranen gebeurde het ingraven van de zakjes in de loop van de maand april, deze zakjes worden nu uitgegraven en de resultaten verzameld.
 
Meer info?
Ronald Euben van KBIVB vzw: R.Euben@irbab.be
Helena Vanrespaille van BDB vzw: HVanrespaille@bdb.be
Jasper Somers van NPW vzw: jasper.somers@vlaamsbrabant.be
Mieke Vandermersch van Provincie Vlaams-Brabant: mieke.vandermersch@vlaamsbrabant.be
 
Gekoppelde thema's & sectoren: