Artikel

Kan een niet-kerende grondbewerking de ploeg vervangen? Besparen we zo tijd? En welke positieve gevolgen heeft die bewerking? Vorige week gingen we in deel 1 reeds dieper in op het bekomen van een goede bodemconditie en de juiste bandendruk.  Deze week bekijken we de verschillende soorten niet-kerende machines en de bedrijfsvoering waarvoor ze geschikt zijn.

En de boer, hij ploegde voort! Of toch niet? - deel 2

Schijveneg  

De schijveneg kan eenvoudig grotere hoeveelheden gewasresten mechanisch verkleinen en vermengen met de grond. Met deze machine moet met een grotere snelheid gereden worden, anders wordt onvoldoende menging en verhakseling bekomen. De schijveneg kan gebruikt worden in combinatie met een zaaimachine of als zaaibedbereiding voor grofzadige teelten of planten. Enkel voor fijnzadige gewassen is deze machine niet geschikt als zaaibedbereiding.  

Bij bepaalde machines kan je de hoek van de schijven instellen, maar in de praktijk wordt dit weinig gewijzigd. Hoe haakser de schijven staan, hoe meer de grond vermengd wordt, maar ook hoe meer brandstofverbruik.  

Er moet ook aandacht gaan naar het voldoende laten aansluiten tussen 2 werkgangen, wat geen evidentie is bij gebruik van een schijveneg. De schijven staan via rubbers bevestigd op een frame, kijk vooral de rubbers net achter de banden na op slijtage.  

Vaste tand
Met het oog op niet-kerende grondbewerking kan je met een vaste tand cultivator al ver komen. De machine zorgt dat de bodem goed geëgaliseerd wordt en bestaat in alle maten, modellen, met veel of weinig tanden, smalle of brede beitels, met of zonder vleugels.  

Een vaste tand cultivator kan ook ingezet worden in nattere omstandigheden. Bij gebruik net na de oogst zorg je, door het lostrekken van de grond, dat stagnerend water aan de oppervlakte vermeden wordt.  Gebruik een cultivator met beperkt aantal tanden met smalle punten zonder vleugels. Intensievere bewerkingen door bv meer tanden maken van je bodem enkel een spons die meer water vast houdt dan water doorlaat. Het effect van deze bewerking zal je vooral in februari – maart zien doordat het water sneller weg kan. Als er meer water zou blijven staan: leidt dit enkel tot toename in het gewas van ziektedruk (bv. meer kans op fusarium, rhizoctonia …)  

Diepwoeler
Ook bij diepwoelers bestaat een rijkheid aan modellen: rechte of geboden tanden, 4 of 6 tanden per 3m, allemaal op 1 rij of in V-vorm … Onder diepe grondbewerking verstaan we een bewerking tot beneden de ploegzool of net beneden de verdichte laag (ca. 30 cm). Dieper losmaken dan waar de verdichting zit, heeft geen zin en werkt zelfs nadelig. Door dieper te decompacteren (meer dan 2 à 3 cm onder de bodemverdichting) zorg je er immers voor dat je de losse aarde onder de verdichte laag, sterk aandrukt van onderuit tegen de verdichte laag. Resultaat is een nog dikkere verdichte laag!  

Gebogen tanden (type Micheltand) worden vaker gebruikt in bouwplannen met veel graangewassen. Hier wordt er vooral in de zomer een diepe grondbewerking uitgevoerd. Gebogen tanden zorgen voor een makkelijkere tractie, maar kunnen bij vochtige (onder)grond meer kans op versmering inhouden.  

Hoe lichter de bodemtextuur, hoe meer tanden per machinebreedte. Bv zandgrond kan je tot 6 à 7 tanden per 3m gaan, terwijl bij kleigrond maar 4 tanden gewenst zijn. Een kleigrond zal immers van nature meer breukvlakken vertonen bij diepe bodembewerking, wat bij een zandgrond minder voorkomt.  

Bij een diepe grondbewerking haal je best zo weinig mogelijk ondergrond naar boven. Deze ondergrond is immers vrij gevoelig aan slemp en niet ideaal als conditie voor kiemende zaden. Daarom worden vaak ‘vinnen’ onderaan de punt bevestigd die de grond in 2 snijden. Hoe krommer een punt naar voor staat, hoe makkelijker de ondergrond naar boven zou kunnen komen.  


Meer info

Franky Coopman - franky.coopman@inagro.be
Annelies Pollentier - annelies.pollentier@inagro.be