Artikel

Vorige donderdag kwamen kennispendelaars uit Vlaanderen en Nederland bijeen in Ossendrecht voor de opleiding “Train de trainer”. Daarin deelden ze verworven kennis om die daarna te toetsen aan de praktijk. Met de BodemIDee kunnen de bodemspecialisten voortaan een betere diagnose stellen op de landbouwgronden.       

     
Kennispendelaars klaar voor actie

BodemIDee zorgt voor objectieve beoordeling       

Hét werkinstrument van de kennispendelaars is de BodemIDee. Daarmee brengen de adviseurs de toestand van de bodem – en meer specifiek de bodemvruchtbaarheid – in kaart. Bodemanalyses helpen de landbouwers uiteraard al een heel eind op weg, maar er is meer dan de nutriëntenstatus alleen. Via de BodemIDee kan een onderscheid gemaakt worden tussen chemische, biologische en fysische eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan de pH-waarde, het koolstofgehalte en de infiltratiesnelheid. Er wordt ook nagegaan waarom er plasvorming ontstaat, welke wormen actief zijn en waarom er op bepaalde delen in het perceel mindere groei optreedt.      


Per bezoek pakken de kennispendelaars een of twee percelen aan. Daarvoor rekenen ze op de actieve bijdrage van de landbouwer. Het resultaat van de BodemIDee is een ‘identiteitskaart’ die verschillende bodemparameters verenigt in een handig, overzichtelijk en praktijkgericht rapport. Zo kunnen de concrete actiepunten bepaald worden in overleg met de landbouwer. Moet hij het perceel bijvoorbeeld bekalken, zijn teeltrotatie verruimen, storende lagen verbreken of een ander type groenbedekker gebruiken. De diagnose moet zorgen voor een gezond bodemleven en percelen die weerbaar zijn tegen ziekten en plagen.       

BodemIDee.jpg
Figuur: De BodemIDee geeft een ‘diagnose’ van hetgeen goed zit en waar er werkpunten zijn.


Kennispendelaars benutten gebundelde kennis       

De begeleiding van de kennispendelaars is gebaseerd op bestaande kennis. Dankzij het grensoverschrijdende karakter van het project kunnen de Vlaamse en Nederlandse kennispendelaars hun kennis met elkaar delen. Dat deden ze onder meer tijdens de opleiding “Train de trainer” op 25 januari in het Nederlandse Ossendrecht. Daarin kwamen verschillende aspecten van de bodem en bodemvormende processen aan bod.       


Eén van de thema’s was de vertering van organisch materiaal, zoals compost, stalmest en groenbedekkers kwamen aan bod. Een goede vertering draagt bij tot een gezonde bodem, met een actief bodemleven en een goede vruchtbaarheid. En omgekeerd zorgt een actief bodemleven ook voor een goede vertering.    


Via de BodemIDee kom je samen met  kennispendelaar te weten wat de oorzaak is, mocht het organische materiaal op jouw perceel niet goed verteren. Onder meer de pH-waarde en het zuurstofgehalte spelen mogelijk een rol. Een pH van 6 of 7 zorgt voor een goede mix van schimmels en bacteriën en dus voor een betere vertering. Onvoldoende zuurstof leidt tot een slechte(re) vertering. En, hoe beter je als landbouwer het organische materiaal verkleint en inmengt, hoe vlotter het verteert. Het is bijvoorbeeld aangeraden om het organisch materiaal vooraf te bewerken met een schijveneg. Een slecht verteerde groenbemester kan dus wijzen op een onvoldoende mechanische verkleining, onvoldoende bodemleven, een te lage pH en/of onvoldoende zuurstof in de bodem.      


Ook tijd voor actie tijdens opleiding       

De bodemvruchtbaarheid in kaart brengen betekent graven in analyses, maar zeker ook graven in de bodem zelf. Tijdens de opleiding “Train de trainer” brachten de kennispendelaars een bezoek aan een klei- en een zandperceel, waarop voor de winter al een groenbemester ingeploegd werd. De adviseurs stelden er de verschillen tussen de bodemtypes vast.       


Door de natte omstandigheden van de voorbije winter kon er weinig zuurstof in de kleibodem dringen. Dat was duidelijk in het profiel: een blauwe, zuurstofarme en muf ruikende bodem is een zichtbaar gevolg van een slechte vertering van het organische materiaal De zandleembodem had een meer open structuur, waardoor er voldoende zuurstof kon indringen. Dat bevordert de afbraak van organisch materiaal. Andere vaststellingen tijdens het veldbezoek waren de aanwezigheid van verschillende types regenwormen en van de gevolgen van een storende laag op de beworteling (zie figuur).    

regenwormen_types.jpg beworteling.jpg
Figuur: Verschillende types regenwormen: bouwvoorbewoners blijven actief in de bovenste laag, pendelaars zijn actief tot op zeer grote diepte (2 meter)


Doe een beroep op de kennispendelaars!       

Landbouwers die willen werken aan de bodenvruchtbaarheid van hun percelen, kunnen rekenen op gratis advies van de kennispendelaars. Vlaamse landbouwers kunnen terecht bij deskundigen van de Vlaamse agrarische praktijkcentra (Inagro, PCG, PCA, NPW vzw, Hooibeekhoeve, PIBO campus vzw). Nederlandse landbouwers kunnen een beroep doen op onderzoekscentrum Delphy of onafhankelijk adviseur Stefan Muijtjens.      

> Vind een kennispendelaar in jouw buurt!    

Gekoppelde thema's & sectoren: