Goede conditie behouden
Groenbedekkers zijn nodig om de bodem in goede conditie te houden. Bovendien zijn ze op veel landbouwbedrijven verplicht in kader van de vergroeningseisen (ecologisch aandachtsgebied), de mestwetgeving en de randvoorwaarden erosie. Groenbedekkers zijn voor het beleid en voor de landbouwsector immers een belangrijke troef in de strijd tegen erosie en nitraatresidu.
Bescherming van de bodem
Door het uitzaaien van een groenbedekker na de oogst van de hoofdteelt blijft de bodem bedekt tijdens de winter, waardoor deze beschermd wordt tegen verslemping en erosie. Daarnaast wordt onkruidgroei tegengegaan. Doordat groenbedekkers voedingsstoffen opnemen, zijn de stikstofverliezen in de winter lager, wat de waterkwaliteit ten goede komt. Voor de volgende hoofdteelt wordt een groenbedekker ingewerkt en komt er verse organische stof in de bodem. Een deel hiervan breekt snel af en levert voedingsstoffen voor het volgende gewas. Het deel dat langzaam afbreekt wordt effectieve organische stof genoemd en draagt bij tot het humusgehalte van de bodem.
Demoveld op de Werktuigendagen
In het kader van Interreg Leve(n)de bodem werd door het Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw een demo aangelegd op de Internationale Werktuigendagen 2017 (Heurne, Oudenaarde). Hiervoor werden een 20-tal mengsels groenbedekker ingezaaid begin augustus. Er werd een toelichting gegeven over de belangrijkste eigenschappen van deze groenbedekkers, waaronder zaaiperiode, vorstgevoeligheid, organische stofproductie, resistenties tegen aaltjes en kostprijs.
Analyse van de stikstofopname
De stikstofopname van de verschillende mengsels werd binnen de demo opgevolgd (zie figuur). De opname was eind september het grootst bij mengsels met een groot aandeel gele mosterd. Grasmengsels hebben meer tijd nodig om stikstof op te nemen. Verder werden er grote verschillen in de ontwikkeling van de groenbedekkers vastgesteld. Opvallend was dat dit vooral het geval was bij de gele mosterd in de verschillende mengsels: in het algemeen leken de goedkopere rassen sneller tot bloei te komen, maar dit is ten nadele van de wortelontwikkeling. Immers, vanaf de bloei wordt de wortelontwikkeling sterk vertraagd, en zo ook de mogelijkheid van de plant om aaltjes te verminderen. Bij de keuze van een geschikte groenbedekker moet de voorkeur uitgaan naar later bloeiende rassen (met name van gele mosterd).
Figuur: residuele stikstof in de bodem bij 20 mengsels van groenbedekkers, ingezaaid op 3 augustus 2017 na een teelt van bonen.
Keuze groenbedekker in functie van gewas
Bij een teeltrotatie met bieten, kiest men best een kruisbloemige groenbedekker (gele mosterd of bladrammenas) welke resistent is tegen het bietencysteaaltje. Bij het telen van groenten, kolen in het bijzonder, wordt best gekozen voor een knolvoetresistente groenbedekker (bijv. Japanse haver of boekweit) en dus geen kruisbloemige. Gele mosterd kan beschouwd worden als de goedkoopste groenbedekker, waarbij best wordt geopteerd voor laat bloeiende (en iets duurdere) rassen. In combinatie met bijvoorbeeld Japanse haver of bladrammenas kan een goede opname van de reststikstof in de bodem bewerkstelligd worden.
Een groenbedekker moet even zorgvuldig worden geteeld als een ander gewas. De keuze van een geschikte groenbedekker zal in grote mate afhangen van de bedrijfssituatie en de prijs zal hierbij een belangrijke rol spelen.
Voor meer info: Maarten De Boever - PCG
T. 0032 (0)9 381 86 85 | M. maarten@pcgroenteteelt.be