Hogere bandenspanning op de weg, lagere bandenspanning op het veld
Tijdens het transport over de weg, rijdt de trekker beter met een hogere bandenspanning, bijvoorbeeld 1,5 bar. Zo verlaag je de rolweerstand en zal er minder slijtage van de banden zijn.
Maar die hoge bandenspanning aanhouden op het veld is ongewenst. De hogere druk zorgt namelijk voor een kleiner contactoppervlak tussen de trekker en de bodem. Als je de bandenspanning zou verlagen naar bijvoorbeeld 0,8 bar om bodembewerkingen uit te voeren, kan het contactoppervlak zo'n 20 % verhogen. Dat zal de druk op de bodem ook met zo'n 20 % verlagen, waardoor de insporing in het bodemprofiel zal dalen.
Dat grotere contactoppervlak zorgt nog voor een bijkomend voordeel, namelijk een verhoogde trekkracht. Er zal minder slip optreden, wat zorgt voor 7 tot 10 % minder brandstofverbruik.
Kies voor een bandendrukwisselsysteem
Om makkelijk te kunnen wisselen tussen de lage druk op het veld en de hogere druk voor op de weg, bieden de tracktorfabrikanten bandendrukwisselsystemen aan. Voor oudere trekkers bestaan opbouwsystemen. De aanschaf kan 8.000 tot 10.000 euro bedragen, maar dat betaald zich na enige tijd zeker terug door het lagere brandstofverbruik, minder slijtage aan de banden en indirect via de verbeterde bodemkwaliteit.
Pas niet zomaar je bandenspanning aan!
Er is wel een belangrijke voorwaarde. Vraag zeker na bij jouw bandencentrale of jouw type banden geschikt zijn om met lagere druk te rijden en pas ook de bandenspanning aan naargelang de omstandigheden. Raadpleeg daarvoor de bandenspanningstabel.
De grote tonnages waarmee we ons op het veld begeven, zorgen ervoor dat de aandacht voor bodemdruk altijd aan de orde is, ook bij droge omstandigheden. Ook een goede planning van de werkzaamheden is van belang. Probeer na ploegen bijvoorbeeld zo weinig mogelijk over het perceel te rijden. Kleinere ingrepen, zoals het plaatsen van dubbele wielen, kan ook zeker een meerwaarde zijn.